“Er is geen vrouwke nog zo arm, of ze maakt op lichtmis haar panneke warm!”
Wie Maria Lichtmis zegt, zegt pannenkoeken. Maria Lichtmis wordt gevierd op de veertigste dag na Kerstmis en traditioneel worden er op 2 februari inderdaad pannenkoeken gegeten en kaarsjes gebrand.
De katholieke feestdag is gebaseerd op het oude Joodse gebruik om als jonge moeder veertig dagen na de geboorte van een kind een lam of twee duiven te offeren en zich zo te zuiveren zoals Mozes het voorschreef. Ook Maria bracht dit gebruik in praktijk, waarna de feestdag, als ‘presentatie van Christus in de tempel’, werd opgenomen in de orthodoxe en rooms-katholieke traditie.
Ter ere van Maria werden later op 2 februari de kaarsen gewijd en werden processies met brandende kaarsen gehouden, waardoor de naam ‘lichtmis’ is ontstaan. Zoals voor elke katholieke feestdag bestaan er ook voor lichtmis parallelle heidense feestdagen die ongeveer op hetzelfde moment vallen. Bij de Kelten werd bijvoorbeeld het feest ‘imbolc’ gevierd, dat precies in het midden viel van de winterwende (de kortste dag, 21 december) en de lente-equinox (wanneer dag en nacht even lang zijn). De eerste tekenen van nieuw leven kwamen tevoorschijn, de eerste lentelammeren werden geboren en het lengen van de dagen begon. Voor de boer was het een signaal dat zijn winterrust erop zat.
De zon die het overneemt van het duister wordt volgens sommigen vandaag nog gesymboliseerd door de gouden, ronde pannenkoek die we op lichtmis eten. Ook hangt er een traditie vast aan Maria Lichtmis. Je moet met de rechterhand een pannenkoek omhoog houden en in de linkerhand iets van goud vasthouden. Dit betekent een jaar vol welvaart en geluk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten